A Most Violent Year (Blu Ray)

Zeer goed
A Most Violent Year (Blu Ray)
2014
05/05/2015
Blu-ray
124 minuten
drama
16:09

acteur/actrice (10)

Oscar Isaac Oscar Isaac → Abel Morales
Jessica Chastain Jessica Chastain → Anna Morales
David Oyelowo David Oyelowo → procureur Lawrence
Albert Brooks Albert Brooks → Andrew Walsh
Alessandro Nivola Alessandro Nivola → Peter Forente
Christopher Abbott Christopher Abbott → Louis Servidio
Elyes Gabel → chauffeur
Catalina Sandino Moreno → Luisa
Peter Gerety → Bill O'Leary
Glenn Fleshler → Arnold Klein

regisseur (1)

J.C. Chandor

producent (3)

Neal Dodson
Anna Gerb
J.C.Chandor
A Most Violent Year

Eén van de meest onderschatte films van dit voorjaar krijgt een welverdiende tweede kans op blu-ray en dvd. Een film die we al bejubelden tijdens zijn veel te korte bioscoopcarrière, en waar we graag nog eens de loftrompet voor bovenhalen. Poets de sofa af, blaas de stofnetten boven het tv-meubel weg en zet je schrap voor het toch wel heel, heel mooie A Most Violent Year.

U gebracht door J.C Chandor. Een man die gestadig verder filmt – en schrijft – aan een interessant oeuvre. Vooralsnog grotendeels onder de radar van het grote publiek, maar dat is net een van de charmes ervan. In 2011 verzamelde hij een getalenteerde all-starcast voor zijn debuut “Margin Call”, een in vitriool gegoten kijk op de bankencrisis. In 2013 volgde het zo goed als woordloze schipbreukdrama “All Is Lost” met Robert Redford, dat in ons land helaas enkel tijdens de veertigste editie van het Gentse Filmfestival op het grote scherm te zien was, een losse vertoning links en rechts tijdens ‘seniorennamiddagen’ niet te na gesproken. En met deze “A Most Violent Year” draaide Chandor een atypisch misdaaddrama met een grote A. Op zijn zachtst gezegd: een mooi parcours.

A Most Violent Year

In 1981 – ook het jaar waarin de uitstekende reeks “The Americans” aftrapt, maar dit terzijde – probeert immigrant Abel Morales (een andermaal uitstekende Oscar Isaac die na “Inside Llewyn Davis” opnieuw bewijst klaar te zijn voor dragende hoofdrollen) zijn stookoliebedrijf Standard Oil uit te breiden door te investeren in een strategisch gelegen opslagterminal. Hij koopt de grond en installatie van de rechtmatige eigenaars – chassidissche joden die geloven in zijn rechtschapenheid maar hem wel aanmanen om het bedrag van een miljoen dollar binnen het tijdsbestek van een maand te betalen. Op zich geen probleem voor de ondernemende Abel, ware het niet dat Murphy om het hoekje komt loeren. En die besluit Abel te bestoken met een intensiteit die te vergelijken is met de negen plagen van Egypte. De openbare aanklager (David Oyelowo – binnenkort te zien als Martin Luther King in het burgerrechtendrama “Selma”) wil hem dagvaarden voor financieel gesjoemel, de overvallers op zijn opslagwagens gaan steeds driester te werk en zorgen voor nogal wat financieel verlies, en hij weet niet of de gangsterconnecties in zijn inner circle nog steeds aan zijn kant staan. En dan is er nog zijn echtgenote Anna (de alomtegenwoordige Jessica Chastain). Zij is de dochter van een veroordeelde maffiadon die vindt dat Abel veel te zwak omspringt met de calamiteiten en ermee dreigt om op haar eigen manier hun investeringen te redden.

Het jaar 1981 en New York zijn niet zomaar gekozen als tijdvak en locatie. Al dan niet toevallig deelt Chandors ijzige brok cinema nogal wat genen met het in dat jaar uitgebrachte “Prince Of The City” van Sidney Lumet, een regisseur wiens invloed nooit veraf is in “A Most Violent Year”. De echte reden dat 1981 op het voorplan staat is het feit dat dat jaar in de annalen geboekstaafd staat als een van de meest gewelddadige jaren ooit in de geschiedenis van New York. Wat subtiel wordt benadrukt door de nieuwsberichten op de radio waar onophoudelijk berichten over moorden en schietpartijen te horen zijn. Niet alleen op straat tierde ontucht en misdaad: heel wat corruptiezaken kwamen boven water en wie investeerde in politiek gesjoemel was eveneens binnen voor de rest van zijn leven. Het is in die heksenketel dat Abel zo integer mogelijk probeert het hoofd boven water te houden door bewust niet naar geweld te grijpen. Hij wil overleven op een zo eerlijk mogelijke manier en niet teruggrijpen naar de wet van de straat – zelfs al zou hij dat met zijn maffiaconnecties gemakkelijk kunnen doen. Chandor zelf gaat ook zo tegendraads mogelijk tewerk: hij fietst twee uur lang om de te verwachten clichés heen en weigert pertinent om te kiezen voor commerciële toegevingen, al dan niet gestoffeerd met grootschalige shoot-outs. Zijn personages laten zelfs aan het eind nog niet volledig in hun kaarten kijken. Ook het production design is bewust sober en pakt niet uit met de te verwachten herkenningspunten. Idem dito op de soundtrack: geen radiohitdeunen op de soundtrack, eerder een ingetogen score van componist Alex Ebert, de leadzanger van Edward Sharpe and the Magnetic Zeros, bekend van het inmiddels tot in den treure toe gebruikte “Home” - onlangs nog te horen in de animatieprent ‘The Book Of Life’. Ebert werkte trouwens voor “All Is Lost” al samen met Chandor, en vertolkt op de aftiteling het hier toepasselijke “America For Me”.

A Most Violent Year

Plot en karakter is dus waar het om draait in “A Most Violent Year”: veel gepraat en scenarionaden die je als kijker zelf een beetje moet ontwarren. Wat niet betekent dat Chandor alle gangster- en actieclichés schuwt. Hij serveert twee sobere, maar des te opwindende resonerende en nazinderende actiescènes die integraal zijn voor de plot en karakterontwikkeling. Scènes die refereren naar de intensiteit waarmee William Friedkin (“The French Connection”) tijdens zijn hoogdagen tewerk ging. De kans dat u dit jaar beter gechoreografeerde achtervolgingen gaat te zien krijgen is alvast klein. Vooral de tweede achtervolging die zich grotendeels te voet afspeelt zorgt ei zo na voor hyperventilatieverschijnselen. Of hoe J.C. Chandor scène voor scène bouwt aan wat een fascinerend staaltje grote en grootse Amerikaanse cinema blijkt te zijn. Niet te missen fijnproeversvoer, deze “A Most Violent Year”.

Een mooie verzameling extra’s zorgt voor de nodige inkijk in de productie. Fans van audiocommentaarsporen mogen zich schrap zetten voor een – niet ondertitelde – track van J.C. Chandor en producenten Neal Dodson en Anna Gerb. Oscar Isaac en Jessica Chastain doen hun zegje in ‘A Conversation With Oscar Isaac &: Jessica Chastain’ waarin de twee elkaar interviewen. Niet alleen over deze film, maar over hun volledige carrière. Leuk om te weten dat Oscar Isaac wist dat hij acteur wou worden na het zien van de originele The Karate Kid. Meer geinige trivia, dan echt inzicht in de film, maar net daarom een goede aanvulling op de audiocommentaar en de ‘making of’-featurette. Of liever, ‘making of’-documentaire. Met een speelduur van drie kwartier wordt bijna de volledige productie netjes geanalyseerd. Die docu alleen al is een verplichte aanvulling op de film. Een pakket verwijderde scènes rondt de extra's af.

Alex De Rouck
Extra informatie

Extra's

  • Audiocommentaar, Deleted Scenes (7’ 36”)
  • Conversation Oscar Isaac – Jessica Chastain (12 ’51”)
  • Beyond The Violence (43’ 53”)