The Lady in Red

Goed
The Lady in Red
1979
langspeelfilm
92 minuten

acteur/actrice (8)

Christopher Lloyd Christopher Lloyd → Frognose
Louise Fletcher Louise Fletcher
Dick Miller Dick Miller
Pamela Sue Martin → Polly Franklin
Robert Conrad → John Dillinger
Robert Logan
Laurie Heineman
Glenn Withrow

regisseur (1)

Lewis Teague

producent (1)

Julie Corman

scenarist (1)

John Sayles John Sayles

componist (1)

James Horner

Exploitatiecinema: Roger Corman weet er alles van. Nagenoeg elke B-film die in de jaren zeventig door zijn New World Pictures werd gefinancierd grossierde in sloten spattend bloed, grachten expliciet bloot en riolen vettige dialogen. Uiteraard zijn er uitzonderingen die de regel ontkrachten maar het zal toch deze door Lewis Teague geregisseerde The Lady in Red niet zijn.

Een zich bewust in lokvruchten wentelende kijk op de klopjacht op en dood van übergangster John Dillinger – hier vertolkt door Robert Conrad – al is dat eigenlijk maar een klein deel van het verhaal. Het is Polly Franklin (Pamela Sue Martin) die met het leeuwendeel van de attentie aan de haal mag gaan. Een fictief personage, maar hier wel zo gemodelleerd dat ze erbij was toen Dillinger door FBI-agenten werd neergekogeld op 22 juli 1934 bij de bioscoop waar hij zonet Manhattan Melodrama had gezien. Wel sympathiek van die FBI-mensen dat ze hem eerst nog van de film lieten genieten vooraleer hem te kielhalen.

Hier en daar duikt nog een personage op dat echt heeft bestaan, maar het gros van The Lady in Red is dus wel degelijk fictie. Zij het opgesmukt met situaties die niet ver naast de waarheid van de Amerikaanse depressiejaren van de jaren dertig zullen liggen, weliswaar allemaal gebracht met R-rated-excessen als grootste gemene deler. Bij elkaar gepend door John Sayles dan nog wel, die een jaar eerder ook al had meegewerkt aan Joe Dantes Piranha. En die een jaar later voor een tweede maal zou samenwerken met Teague voor de reptielenthriller Alligator. Maar tussen die twee creature features in dissecteerde Sayles dus een potent stuk Amerikaanse historische folklore.

Met kansarme vrouwen en dames die verplicht waren om een carrière uit te bouwen als private dancer of madam van lichte zeden om de eindjes en touwtjes ietwat aan elkaar te knopen, met uitbuiting op de werkvloer, met een duidelijke knipoog naar het ook door Corman gecultiveerde vrouwengevangenissubgenre, met armoede die boven vele hoofden ronddraaide als het zwaard van Damocles, met ratelende Tommy Guns en ander blaffend schiettuig, met Christopher Lloyd als vileine en sadistische gangster met een wijnvlekkengezicht, met kakelende kippen en met gierende autobanden. En met als bonus de allereerste filmscore van later tweevoudig Oscarwinnaar James Horner.

Vaardige exploitatiecinema gebracht met kennis van zaken: meer dan genoeg reden om een paar slordige momenten met de mantel der hatsekideeliefde te bedekken en drie afsluitende sterren uit het toetsenbord te laten wippen.

Alex De Rouck