Bloody Sunday

Goed
Bloody Sunday
2002
29/01/2003
langspeelfilm
drama

verdeler

Cinéart Cinéart

acteur/actrice (10)

James Nesbitt →  Ivan Cooper
Tim Pigott-Smith →  Generaal-Majoor Ford
Nicholas Farrell →  Brigadier MacLellan
Gerard McSorley →  Lagan
Kathy Kiera Clarke →  Frances
Allan Gildea →  Kevin McCorry
Gerard Crossan →  Eamonn McCann
Mary Moulds →  Bernadette Devlin
Carmel McCallion →  Bridget Bond
Declan Duddy →  Gerry Donaghy

regisseur (1)

Paul Greengrass

producent (1)

Mark Redhead
Bloody Sunday


Het was me tot op vandaag nog niet overkomen. Maar allicht omdat er voor alles een eerste keer moet zijn, zagen we na het doven van de lichten tot onze verbazing Canal + & avec la participation de... op het grote scherm verschijnen, gevolgd door een huppelend figuurtje (?). We hadden ons Bloody Sunday wel anders voorgesteld. Terecht, de titel van de (verkeerde) film bevestigt het even later : L'enfant qui voulait être un ours. Het bijzonder vriendelijke dametje van Cinéart komt de aanwezige perslui even later in het Frans melden dat de operateur zich heeft vergist en de goeie film er zo dadelijk aankomt... Bloody Sunday is duidelijk andere koek, zo blijkt al snel... Ivan Cooper is parlementslid en zo'n beetje de man achter de betoging, de manifestatie die plaats vond op 30 januari 1972, waarover straks meer. Cooper is de 'bezieler' zeg maar die zijn gedrevenheid voor het goeie doel gestalte geeft in speeches voor de anderen die ook in dezelfde zaak geloven en willen dat de betoging toch doorgaat. Toch, want ze wordt verboden door de regering. Het andere kamp is er niet één van de politie, maar van het leger. Die hebben een groot aantal gemotiveerde soldaten laten aanrukken voor de klus. Heel belangrijk is de aanwezigheid van de para's in Derry, een eenheid die ingezet wordt wanneer men verwacht dat het uit de hand zal lopen of wanneer men zich een specifiek doel heeft gesteld. En dat hebben generaal Robert Ford en zijn manschappen : men wil kost wat kost 200 à 300 van de belangrijkste hooligans en oproerkraaiers aanhouden en, niet te vergeten, verhinderen dat de manifestatie plaatsvindt.

Ivan Cooper wéét dat de betoging verboden is, maar omdat het opkomen voor zijn ideeén een recht is wil hij kost wat kost doorgaan, anders is de organisatie van het gebeuren allemaal voor niets geweest. De indrukwekkende legermacht die op de been werd gebracht brengt hem bijna op andere ideeén, het enige wat hij nog kan doen is de stewards en de 'Provo's' bijsturen en hopen dat de I.R.A. het hoofd koel houdt wanneer één en ander uit de hand loopt. En het zal uit de hand lopen... 'peptalk' is het sleutelwoord aan de andere kant, bij de mannen in legerplunjes. Men staat bijzonder scherp en is vastbesloten om er kost wat kost in te vliegen. Wanneer een overste dan nog zegt dat er 'agressief' moet opgetreden worden, veranderen de mannen in het groen in plaats van ordehandhavers gevaarlijke mannetjes, alhoewel weinigen zich dat realiseren op dat moment.

Bloody Sunday

Wat een grote dag moet worden, is bijzonder goed voorbereid aan beide zijden. De legerofficieren zijn in hun commandocentrum vrij zeker van hun spel en stellen hun strategie op het laatste moment nog eens voor aan Generaal Ford, de hoogste in rang. Ook de betogers hebben lang uitgekeken naar deze bijzondere dag.Met Ivan Cooper en nog een ander kopstuk op de truck, figuurlijk bekeken gewapend met megafoon zet de lange sliert van zowat 10.000 betogers zichlangzaam in beweging, we shall overcome klinkt het, vol bezieling. Omdat op het allerlaatste moment de aanwezigheid van de para's uitlekt, wordt de reisweg gewijzigd : het eindpunt wordt niet langer het stadhuis zoals eerder verspreid onder de deelnemers. De para's komen, ook al rijkelijk laat, tot de vaststelling dat ze met hun pantservoertuig niet zonder problemen door de muur zullen komen waar ze zich hebben achter verscholen. Nog voor de ingestudeerde strategie en taktiek kan toegepast worden, loopt het uit de hand. Er wordt op het cruciale punt rechts afgedraaid door de meesten, maar de hooligans onder de betogers verkiezen om links te gaan en de confrontatie aan te gaan met de legertroepen... Natuurlijk zit er achter een film als Bloody Sunday een niet onbelangrijke achtergrond.Het probleem is weliswaar niet zo complex als die in het midden-oosten, maar het is interessant te weten waarom de mensen in kwestie op 30 januari 1972 de straat opgingen.Wat nog belangrijker is, is te weten waarom het precies uit de hand gelopen is die dag. De film maakt er bewust geen geschiedenislesje van en wil enkel 24 uur bundelen in één langspeelfilm. Een verklaring omtrent de ongecontroleerde geweldsuitbarsting krijg je ook niet, het antwoord ligt bij de kijker, jij dus.

Bloody Sunday

Waar het hem allemaal om te doen was die dag, was dat de beweging voor burgerrechten van Noord-Ierland de katholieke bevolking opriep om in de straten van Derry een vredelievende betoging te houden. Op deze manier wou men zijn ongenoegen uiten tegen de opsluitingen zonder enige vorm van proces door de Britse overheid, onder druk van de Unionisten. Het is zeer de vraag of dit de onenigheid tussen Ierland en Groot-Brittanië die ondertussen al meer dan 700 jaar aansleepte zou kunnen wegwerken. Het probleem was dat sinds 1968 het aantal extremisten in Noord-Ierland bijzonder sterk was toegenomen wat voor een deel het oplaaiend geweld verklaart.

Regisseur Paul Greengrass is altijd bijzonder nauw betrokken geweest bij de problematiek. Als producer van World in action was hij in 1982 de eerste journalist die binnenraakte in de Maze-gevangenis om er de hongerstakers van het I.R.A. te interviewen. Het beeld van een Raymond McCartney bijvoorbeeld met z'n lange haar en -baard en, zijn holle ogen en uitgemergelde lichaam was vroeger al in meerdere langspeelfilms te zien. Bloody Sunday is er onder andere door de gepaste regisseur in geslaagd om de feiten zoals die zich toen afspeelden met bijzonder veel zin voor realisme te brengen. Niet verwonderlijk als je weet dat heel veel mensen die in de film/betoging te zien zijn in 1972 ook al deelnamen aan de échte betoging. Heel begrijpelijk als je weet dat Don Mullan als co-producent nauw heeft samengewerkt met de filmmakers. Mullan stapte op z'n vijftiende zelf ook op in de 'mars' destijds en stond vlak naast de 17-jarige Michael Kelly toen die werd doodgeschoten. Mullan nam de honderden verklaringen door (die genegeerd werden door Lord Widgery bij zijn onderzoek over de gebeurtenissen) en gebruikte die als basis voor zijn boek 'Eyewitness Bloody Sunday'. Tijdens de film wordt continu overgeschakeld van de ene locatie naar de andere (Ivan Cooper, het commandocentrum, de plaats van de rellen en opstoten,...), krijgen korte 'shots' de look van news flashes, en is ook het camerawerk aangepast aan de ganse opzet.

Door de instabiele, schokkerige camera-bewegingen ben je een bevoorrechte getuige van wat iemand als het ware die dag zelf heeft op film vastgelegd en wel in beide kampen én op alle belangrijke locaties. Je bent er als het ware zelf bij, waardoor je even zelfs een documentaire-gevoel krijgt, iets wat nog versterkt wordt door de kwaliteit van de cast. Het is allemaal bijzonder overtuigend en van een hoog niveau. Leerzaam ook op het einde want de 'leider' blijkt dan niets meer te zijn dan de 'waarnemer' en de ondergeschikte de 'uitvoerder' die de volledige verantwoordelijkheid over de operatie krijgt toebedeeld (ja, het gebeurt ook in het leger...). Je merkt dat we over dit Bloody Sunday bij-zon-der enthousiast zijn, we kregen als afsluiter nog een film-dessert van formaat : de live-versie van U2's 'Sunday bloody Sunday', veel langer dan de aftiteling van de film zelfs. We konden het niet laten even onze ogen van het zwarte scherm af te wenden naar achteren, bevreesd dat de operateur (diezelfde van bij het begin) een vroegtijdig einde zou maken aan een zalig muziek-moment en een passend film-einde. Hij deed het niet. Goed voor hem.

Koenraad Adams