Darryl F. Zanuck
Darryl Francis Zanuck
producent
(47)
Darryl F. Zanuck is een grote naam in de filmwereld en het is dan ook verrassend dat het tot 1963 duurde vooraleer hij genomineerd werd voor een Oscar ondanks zijn betrokkenheid in heel veel films (zie zijn filmografie). Niet dat hij geen andere prijzen won. Zo is Zanuck de enige producent die maar liefst drie keer de Irving Thalberg-prijs won (in 1937, 1944 en 1950) en dat zal ook zo blijven nadat beslist werd dat een producent maar één keer de prijs kon winnen.
Zijn eerste kennismaking met het medium film kwam er toen hij op 8-jarige leeftijd indiaantje speelde in een stille film, een western. Op 15-jarige leeftijd sloot hij zich aan bij de Nebraska National Guard alhoewel hij hiervoor wel moest liegen over zijn leeftijd. Op die manier vervulde hij zijn militaire dienst tijdens de Eerste Wereldoorlog in Frankrijk maar deed hij ook mee aan gevechten in de ring in een competitie die werd gehouden onder militairen. Op één of andere manier werden de brieven die hij naar huis stuurde gepubliceerd in Stars and Stripes waardoor hij besloot om schrijver te gaan worden. Omdat hij daar aanvankelijk niet van kon leven moest hij tussen zijn werk als havenarbeider en bediende in een apotheek door verhalen schrijven en doorsturen naar magazines. Die werden niet altijd goed bevonden tot af en toe één van zijn schrijfsels werd gedrukt en uitgebracht. Zijn pennenvruchten daarna ook overmaken aan filmstudio’s was maar een kleine stap met als resultaat dat hij in 1923 werd aangenomen als scenarioschrijver bij Warner Bros. Scenario’s voor een aantal avonturenfilms waarin Rin Tin Tin (Kuifje) een hoofdrol speelde werden zo’n beetje zijn handelsmerk. Het enthousiasme en de administratieve nauwgezetheid die hij hierbij aan de dag legde zorgden er voor dat hij het vertrouwen won van de broers Warner die hem in 1928 bevorderden tot studiomanager. Het jaar daarop werd hij verantwoordelijk voor de productie. Hij was inmiddels uitgegroeid tot de spreekwoordelijke rechterhand van Jack Warner en hij had een belangrijk aandeel in de manier waarop men de overstap maakte naar geluidsfilms. De studio profileerde zich ook genrematig in die periode : gangsterfilms, sociale drama’s en musicals werden hun uithangbord en ook op dat vlak was Zanuck zowel een stuwende als sturende kracht.
Verrassend genoeg zorgde een ruzie over het beleid ervoor dat Zanuck in 1933 ontslag nam (hij werd vervangen door Hal B. Wallis). Hij bleef absoluut niet bij de pakken zitten en richtte samen met Joseph Schenk 20th Century Pictures op. Die brachten meteen enkele voor die tijd grote films uit zoals The House of Rothschild en Les Misérables. In 1935 maakte hij ook de migratie mee met Fox die op dat moment een moeilijke periode doormaakte. Hij zorgde er daarna eerst en vooral voor dat de nieuwe studio na verloop van tijd omringd werd door een aantal grote filmsterren : Alice Faye, Tyrone Power, Sonja Henie en Don Ameche. Bij een tweede ronde van contractbesprekingen werden daar nog Betty Grable en Henry Fonda aan toegevoegd. In korte tijd groeide 20th Century-Fox uit tot één van de belangrijkste en grootste Hollywoodstudio’s.
Maar Zanuck was ook bezig met de technische kant van film. Zo was hij begin de jaren ’40 de stuwende kracht om films te gaan opnemen in Technicolor wat gerealiseerd werd voor onder andere The Return of Frank James (1940), Blood and Sand (1941) en Wilson (1944). Zanuck ging daarnaast voluit voor het filmen op locatie en wou vooral maatschappelijk relevante films uitbrengen. Een man met een visie dus én één die rendeerde : Gentleman’s Agreement (1947) van Elia Kazan bezorgde de studio hun eerste Oscar voor Beste film.
Van 1935 tot 1952 werd hij ondervoorzitter alhoewel hij tijdens de Tweede Wereldoorlog als Luitenant-Kolonel verantwoordelijk was voor een filmcrew die aan een documentaire werkte. Zanuck bleef tot 1956 hoofd van de productie bij 20th Century-Fox. Gedurende al die jaren was hij iemand die heel wat ervaring had opgedaan in verschillende aspecten van films maken. Zo nam hij actief deel aan groepsgesprekken over het verhaal van een film waarbij hij meer dan eens met succes waardevolle ideeën voor toekomstige filmprojecten aanbracht.
Hierna werd hij even onafhankelijk filmproducent die werkte vanuit Frankrijk om in 1962 terug te keren als uitvoerend voorzitter. Hij had met The Longest Day op vlak van box-office natuurlijk meteen de hoofdprijs beet. En toen hij door de algemene vergadering van de studio gevraagd werd naar een oplossing voor de financiële put die was ontstaan door het Cleopatra debacle zorgde hij er voor dat Spyros Skouras werd opzij geschreven waarna hij zelf prompt voorzitter werd van 20th Century-Fox. Hij stelde zijn zoon Richard Zanuck aan als ondervoorzitter, verantwoordelijk voor de productie. Zelf werd Darryl F. Zanuck voorzitter en chief executive bij de firma. Maar in december 1970 ontstond er heel wat onenigheid over een aantal zakelijke aangelegenheden waar men Darryl F. Zanuck wou voor verantwoordelijk stellen. Darryl ontsloeg zijn zoon als voorzitter en slaagde er met wat moeite in zijn aanvankelijk positie binnen de studio weer op te nemen maar dat was slechts voor een paar maand. In mei 1971 nam hij ontslag. Wat overbleef voor hem was enkele de (ere)titel van erevoorzitter.
Voor de titel van de biografie die werd geschreven door Mel Gussow werd een belangrijke quote gebruikt van Zanuck : Don’t say yes until I finish talking !.
Oscars ® 1963 | Genomineerd | Beste film | The Longest Day |
- "Don't say yes until I finish talking !"
- "I decided to become a genius"
- "From Poland to Polo in one generation" (Arthur Mayer)