Donald Crisp werd geboren op 27 juli 1882.  Tijdens de Boerenoorlog in Zuid-Afrika vocht hij in Eton, Exford, Kimberley en Ladysmith en werd hierbij ook gewond.  Toen het conflict uiteindelijk werd beslecht (lees : een vredesverdrag werd getekend) trok Crisp naar Amerika met als bedoeling om er acteur te worden.

In de eerste twee jaar met succes op het vlak van acteren én zingen in musicals op de (toneel)planken.  Een tijdje later kwam hij in contact met regisseur D.W. Griffith en kreeg de kans om hem bij te staan als assistent- of mederegisseur.  “Birth of a Nation” waar Donald Crisp ook zelf in te zien was is maar één van de films uit deze periode.  Hij werkte ook aan én was te zien in “Broken Blossoms “ en “Intolerance”.

Crisp verdween hierna een tijdje van het scherm omdat hij tijdens de Eerste Wereldoorlog als Britse geheim agent werkte in Rusland.  In 1922 hield hij toezicht op de activiteiten van de Lasky Studios in Bombay.

Toen de samenwerking tussen hem en Griffith was gestopt ging Crisp volledig zelfstandig films gaan regisseren wat in de jaren ’20 resulteerde in meer dan honderd films (!).  Een aantal ervan hadden grote namen in de cast zoals daar destijds waren Buster Keaton (“The Navigator”), John Barrymore en Douglas Fairbanks.

Nog voor de geluidsfilm er aan kwam maakte Crisp de overstap naar het acteren en werd hij één van de belangrijkste karakterspelers in Hollywood.  Over een periode van 55 jaar was Donald Crisp te zien in honderden films waaronder die gemaakt rond Lassie.

In 1942 kreeg hij voor zijn rol van gezinshoofd van een Wales ‘ mijnwerkersgezin in “How Green Was My Valley” een Oscar voor Beste Acteur in een Bijrol.

Crisp heeft ook een tijd gewerkt als adviseur ‘leningen voor filmproducties’ voor de ‘Bank of Italy’ die later de ‘Bank of America’ werd.

Scenariste Jane Murfin (1932-1944) was Donald Crisp’s tweede vrouw.