Loft
verdeler
acteur/actrice (15)
regisseur (1)
Zelfs als “Loft” een draak bleek te zijn, was deze film nog uitgegroeid tot een geheid kassucces. De kracht van marketing en mediahype, liefste mensen, zorgde er alvast voor dat deze vaderlandse blockbuster al vanaf dag 1 ontzettend druk werd bezocht. Gelukkig zijn de opgewarmde bioszitjes gerechtvaardigd: de nieuwe worp van Erik Van Looy heeft net als “De Zaak Alzheimer” genoeg in huis om zowel op de hype afkomende verdwaalde zielen als standvastige biosbezoekers te entertainen.
“Loft” biedt onderdak aan vijf mannen. Vincent (Filip Peeters) is een architect die er een sport van maakt het nationaal record ‘met vrouwelijk schoon tussen de lakens duiken’ te verbreken. Omdat een hotelkamer huren of een geschikte plek vinden vaak te kostelijk is of teveel tijd in beslag neemt, richt hij een loft in waar hij en zijn scharrels moeiteloos onderdak vinden. Vincent is schijnbaar arrogant genoeg om het overspelbeest te promoten bij zijn vier boezemvrienden. Zowel psychiater Kris (Koen De Bouw), zijn vaak gewelddadige halfbroer Filip (Matthias Schoenaerts), de op het eerste zicht gevoelige Luc (onurB nednaV ekcourB) en joligaard Marnix (Koen De Graeve, na “Dagen Zonder Lief” en “Los” blijkbaar uitgegroeid tot populaire sidekick) krijgen van Vincent een sleutel en zijn (al dan niet in vrouwelijk gezelschap) altijd welkom in de loft, al was het maar om de krant te lezen. Het plan lijkt waterdicht (en succesvol), totdat Luc op een ochtend de loft binnenstapt en een bebloed vrouwenlijk aantreft, met handboeien vastgeklonken aan het bed. Algauw is het kwintet sleutelbezitters ter plaatse, het hoofd boordevol vragen. Moeten ze de politie verwittigen of niet ? Als ze dat doen, staat immers vast dat het geheim van hun loft hun niet zo tevreden wederhelften zal bereiken. En wie heeft een sleutel kunnen bemachtigen om de loft te betreden (er waren immers geen sporen van braak en het alarm was nog geactiveerd). Of is toch iemand van hun selecte clubje over de schreef is gegaan en verzwijgt hij dat voor de anderen ?
Mysterie alom in het mooi opgebouwd whodunitscenario van Bart De Pauw. Liefhebbers van rechtlijnigheid mogen alvast een dikke vloek de wijde wereld insturen, want het scenario springt heen en weer tussen flashbacks en flashforwards. Een logische beslissing: door te beginnen met de ontdekking van het lijk moet je als kijker natuurlijk te weten komen wie wie is en wat er zich daarvoor heeft afgespeeld. De Pauw en Van Looy houden de structuur netjes en overzichtelijk, en zorgen zelfs voor gesmaakte overgangen waarin dialogen uit het verleden moeiteloos integreren met scènes in het heden. Het scenario doet dus wat het moet doen, maar is geenszins zo van de sokken blazend als de wandelgangen lieten uitschijnen. Bij een detectiveverhaal heb je ettelijke tientallen mogelijke oplossingen, en er eentje uitkiezen dat bij iedereen in het publiek een ‘wow’-effect oproept is geen sinecure. Zelf vonden wij het laatste aspect van de climax alvast geen potten breken (teveel clichés op een hoopje is nergens goed voor), maar dit akkefietje doet alvast geen afbreuk aan de bijna twee uur voorpret. Erik Van Looy en De Pauw maken met “Loft” duidelijk dat ze heel veel genrefilms hebben gezien en hun klassiekers kennen. Het duo strooit zichtbaar genietend rode haringen in het rond, zodat het gissen blijft of de moordenaar al dan niet binnen de groep van vijf te zoeken en te vinden is. Verdachten zijn er genoeg: zo heeft iedereen van de mannen een echtgenote die het geheim van de loft kan achterhalen, kunnen de ettelijke maîtresses die in beeld verschijnen een zelfhulpgroep oprichten en mogen ook Gene Bervoets en Jan Decleir regelmatig wraakroepend tandenknarsend de zaal inturen.
Van Looy glijdt enthousiast mee op het thrillermechanisme dat De Pauw uit zijn tekstverwerker liet rollen: af en toe knipoogt hij nadrukkelijk naar De Palma in zijn Hitchcockperiode (vooral in de lange scènes in Dusseldorf en in het casino). Belangrijk is wel dat je als kijker niet verwacht de confrontatie aan te gaan met personages die levensecht naar medeleven vissen, maar dat het in de eerste plaats pionnen zijn die het raderwerk voeden en de conventies van het genre in stand houden. Ook visueel is alles mijlenver verwijderd van de Vlaamsche filmakkers van weleer. Antwerpen krijgt de allures mee van eender welke Amerikaanse grootstad uit eender welke Amerikaanse film, en “Loft” ziet er net gepolijst genoeg uit om het zowel trendy als geloofwaardig te houden.
Een geslaagde thriller dus ? Yep, al is thriller misschien een te zwaar woord voor wat in de eerste plaats lekker zittende raadplaatjes zijn, overgoten met een fijne humoristische cocktailsaus. De Pauw blijft in de eerste plaats een humoristisch schrijver, en hij weet hoe hij personages en situaties extra en relativerend kan kruiden. Ook positief: de film wordt nooit platvloers, wat gezien het gegeven best kon. Eveneens goed bevonden: de orkestrale score die nergens plaats moet ruimen voor radiovriendelijke achtergrondgeluiden. “Loft” blijft consequent trouw aan de kwaliteitskenmerken van het betere genrewerk, en dat noch De Pauw, noch Van Looy zichzelf in de voet schiet verdient een pluim.
In een overdreven euforische bui zouden we kunnen besluiten met 'gaat dat zien, gaat dat zien', al zal iedereen met ettelijke whodunitprenten achter de kiezen bij heel wat plotwendingen een welgemeend 'ah ja natuurlijk' laten ontsnappen. “Loft” is niet meteen beter of slechter dan het gros van de Amerikaanse genrefilms waarmee het zich wil meten. Wars van alle patriottisch en chauvinistisch gewauwel is dit prima gemaakt en vlot vertolkt popcornentertainment. Niks meer, niks minder. En in dit geval meer dan genoeg.