The King's Speech (DVD)

Zeer goed
The King's Speech (DVD)
2010
15/09/2011
dvd
113 minuten
drama
16:09

acteur/actrice (5)

Colin Firth Colin Firth →  Koning George VI
Geoffrey Rush Geoffrey Rush →  Lionel Logue
Helena Bonham Carter Helena Bonham Carter →  Elizabeth
Michael Gambon Michael Gambon →  Koning George V
Guy Pearce Guy Pearce →  Edward

regisseur (1)

Tom Hooper

Vooraleer we de loftrompet bovenhalen en de merites van “The King’s Speech” in het rond bazuinen, eerst even aftrappen met het vorige werkstuk van regisseur Tom Hooper, de niet zo bekende maar bijzonder intrigerende voetbalprent “The Damned United” uit 2009. Die op het eerste zicht nogal wat verschilt van dit Oscarwinnend prijsbeest, maar toch zijn er voor de slimme verstaander en kijker heel wat gelijkenissen te rapen.

“The Damned United” gaat immers ook over een historisch figuur, om precies te zijn de legendarische Britse voetbaltrainer Brian Clough, die eind jaren zestig van het in de lagere klasse spelende Derby een topploeg maakte (het team slaagde erin naar de eerste klasse te promoveren en daar landskampioen te worden). Toen Clough later verkaste naar zijn aartsvijanden Leeds, liep het echter mis en werd hij er na amper 44 dagen ontslagen. Later zou Clough wel opnieuw succes oogsten bij Nottingham Forest, maar dat aspect kwam niet meer aan bod. “The Damned United” was immers geen volledige biografie van Clough, maar focuste op een welbepaalde periode uit zijn leven en carrière. Daarnaast concentreerde de prent zich op de vriendschap tussen twee mannen, namelijk Brian Clough en zijn hulptrainer Peter Taylor. Een film die niet alleen scoorde door zijn boeiende materie, maar evenzeer door nagenoeg perfecte vertolkingen van Michael Sheen als Clough en Timothy Spall als Taylor.

Over naar “The King’s Speech”, waar Hooper zich concentreert op een belangrijke periode uit het leven van de Britse koning George VI, de vader van de huidige Britse koningin Elizabeth II (die al sinds 1952 op de Britse troon zit en afstevent op haar zestigjarig jubileum als koningin). “The King’s Speech” gaat niet zozeer over Georges koningschap tussen december 1936 en februari 1952, maar wel over zijn vriendschapsband met de Australische spraaktherapeut Lionel Logue. Die hielp George VI (toen nog gewoon prins Albert, hertog van York) om zijn stotteren te overwinnen, want een prins of koning die stottert, dat is op zijn zachtst gezegd geen winnende combinatie. En net als “The Damned United” evolueert “The King’s Speech” zo naar een verhaal over twee mannen die naar elkaar toegroeien en een sterke invloed op elkaars leven hebben.

Al is de relatie tussen Albert en Lionel (een 'bromance' noemt Colin Firth het zelf) maar een aspect. Tegelijkertijd is het ook het beeld van een natie op de vooravond van de Tweede Wereldoorlog (Timothy Spall mag zelfs een pittige Winston Churchill neerzetten), en dat van een familie geteisterd door schandalen en onenigheid. Alberts broer Edward (Guy Pearce) is immers de eerste troonopvolger, maar hij heeft het niet zozeer voor de etiquette van het hof. Op het moment dat zijn vader, koning George V (Michael Gambon), overlijdt, heeft Edward een relatie met Wallis Simpson, een Amerikaanse die al twee keer gehuwd was en niet vies was van buitenechtelijke relaties. Edward werd koning (Edward III), maar gaf na een paar maanden al de troon op om met Simpson te kunnen huwen.

“The King’s Speech” is dus veel meer dan zomaar een film over een stotterende kroonprins. Ook liefhebbers van geschiedkundige reconstructies of fans van een goed verhaal tout court komen hier ongetwijfeld aan hun trekken. Of hoe een traag vertelde film zeker niet synoniem staat voor een saai kijkstuk. Daarvoor zijn de vertolkingen te genuanceerd: Colin Firth en Geoffrey Rush zijn ijzersterk als “Bertie” en Lionel, en ook op de bijrollen is maar weinig aan te merken. Let maar op de welhaast ontroerende vertolking van Helena Bonham Carter als Alberts echtgenote, zijn steun en toeverlaat in bange en koude dagen.

Veel koude dagen heeft “The King’s Speech” niet gekend. De film deed het van meet af aan goed aan de kassa, en groeide in een mum van tijd uit tot het prijsbeest bij zowat elke filmprijzenceremonie in de lente van dit jaar. Met als meest prestigieuze prijzen uiteraard vier Oscars (beste film, beste regie, beste mannelijke hoofdrol (Firth) en beste scenario (David Seidler)) en zeven BAFTA’s (beste film, beste Britse film, beste mannelijke hoofdrol, beste mannelijke bijrol (Rush), beste vrouwelijke bijrol (Bonham Carter), beste scenario en beste muziek (Alexandre Desplat)). Wereldwijd bracht “The King’s Speech” tijdens zijn bioscarrière meer dan 400 miljoen dollar op, en de Amerikaanse distributeur Weinstein Company molk alles tot op de laatste druppel uit door na de Oscaruitreiking een PG-13 versie uit te brengen waar de “fuck”-tirade van Colin Firth was uit weggeknipt. Een manoeuvre die zijn voor- en tegenstanders kende: ja, er werd een (nog) groter publiek door aangeboord, maar de visie van de makers kreeg natuurlijk wel een fikse knauw. Al zijn de Weinsteins niet aan hun proefstuk toe als het gaat om knippen en censureren, maar dat is alweer een ander verhaal. Voor alle duidelijkheid: de versie die op dit schijfje staat is wel degelijk de integrale, niet-geknipte internationale versie.

Dat er over het mooie en rijke “The King’s Speech” heel wat te vertellen valt staat buiten kijf. Een vergelijking tussen de prent en de historische accuraatheid bijvoorbeeld was zeker een welkome extra geweest. Net als een making of, al dan niet uitgebreid met archiefmateriaal. Allemaal zaken die voorradig zijn op de Britse release, maar de uitgave die hier bij ons wordt uitgebracht is op het gebied van extra materiaal een grote teleurstelling. Meer dan de trailer en een paar ultrakorte (en weinig interessante) interviews met Firth, Hooper en Bonham Carter tijdens een press junket vallen hier immers niet te rapen. Er zijn er al voor minder beginnen stotteren.

Alex De Rouck

Extra

  • Trailer (2’ 14”)
  • Interview met Colin Firth (3’ 10”
  • Interview met Tom Hooper (3’ 05”)
  • Interview met Helena Bonham Carter (3' 01”)