I, Daniel Blake
verdeler
acteur/actrice (7)
regisseur (1)
producent (1)
director of photography (1)
uitvoerend producent (3)
scenarist (1)
beeldmonteur (1)
productieontwerper (1)
‘Ik heb hard gewerkt voor de poen, en geniet nu van een welverdiend pensioen.’ Het is een leuze die hoogstwaarschijnlijk geen muurdecoratie vormt in het stulpje van de bijna tachtigjarige Ken Loach. De Britse cineast annex linkse rakker liet ergens in 2014 optekenen dat hij een punt achter zijn omvangrijke carrière ging zetten na “Jimmy’s Hall”. Lang heeft dat einde niet geduurd, daar Loach vrij vlug op zijn woorden terugkwam en zijn nakende pensioen als een uit de context gerukt misverstand beschouwde. Het meest recente resultaat van Loach’ werkijver is “I, Daniel Blake”, gemaakt uit onvrede met de manier waarop de Britse regering de gewone man steeds meer als een nummer beschouwt in plaats van een mens van vlees en bloed. Nieuw is die constatatie uiteraard niet, daar Loach bijna gans zijn oeuvre heeft opgebouwd rond de sympathie die hij voelt voor de armere of uit de boot gevallen burger. In die optiek is wat Loach laat zien niet verrassend, net zomin als de manier waarop. Toch is het goed dat Loach het verhaal van Daniel Blake vertelt: niet alleen omdat hij nog steeds een begenadigd cineast is, maar vooral omdat de schrijnende en dieptragische manier waarop openbare instellingen een steeds groter kafkaesk kluwen spinnen op zijn zachtst gezegd ogenopenend is.
Intrinsiek heeft “I, Daniel Blake” nogal wat gemeen met Stéphane Brizé’s vorig jaar uitgebrachte “La Loi Du Marché” waarin Vincent Lindon als oudere werkzoekende in het hellevuur der vernedering terechtkwam. De Daniel Blake waarvan sprake is een negenvijftigjarige timmerman uit Newcastle. Alleenstaand sinds het overlijden van zijn echtgenote, en volgens zijn huisarts en fysiotherapeut niet meer geschikt om te werken nadat hij een hartaanval kreeg op een stelling. De ‘specialist’ van de werkloosheidsuitkering concludeert ‘na een grondig onderzoek’ dat Daniel wel degelijk werkbekwaam is. Waardoor hij geacht wordt om een nieuwe baan te zoeken en die zoektocht daadwerkelijk te bewijzen. Wat Daniel eventueel kan doen is die beslissing aanvechten, met als gevolg dat hij zijn werkloosheidsuitkering verliest tot wanneer zijn medische zaak voorkomt. Snel draaien de wieken van de administratiemolen uiteraard niet, en het kan zelfs langer dan een jaar duren vooraleer zijn zaak wordt behandeld. Waarop Daniel zich verplicht ziet om werk te zoeken volgens de regels van de wet: hij moet een online cv hebben, cv-workshops volgen en alle formulieren die hij nodig heeft online aanvragen. Doet hij dat niet, dan dreigt een sanctie.
Dat kan je op je zestigste toch nog leren, horen we de op de loer liggende doerakduivels joelen. Misschien wel, maar Loach toont realistisch aan dat zelfs wie zich wil bekwamen op een muur van onbegrip botst. Met als niet te verstane onderliggende boodschap dat wie op geen solidariteit meer kan rekenen in de maatschappij een vogel voor de kat is.
Loach doet meer dan enkel maar preken: “I, Daniel Blake” is voorzien van plotpoten en -oren en weet ondanks alle woede en onbegrip toch te ‘entertainen’. Loach werkt hier trouwens voor de twaalfde keer samen met scenarist Paul Laverty: beter gesmeerd kan een tandem welhaast niet zijn. Laverty en Loach tonen dat iedereen in de van kast naar muur-mallemolen kan terechtkomen: getuige de subplot die zich concentreert op het lot van een alleenstaande moeder met twee kinderen.
De invulling van het titelpersonage is een aanvullende reden waarom “I, Daniel Blake” hoogstaand is: acteur én stand-upkomiek Dave Johns is uitstekend geplaatst om humor te vinden in de meest zwartgallige situaties, wat het heel gemakkelijk maakt om de getormenteerde Blake een sympathieke toffe pee te vinden. Je kan dit zien als goedkope manipulatie, maar het is in de eerste plaats goede casting die leidt naar goede cinema. Loach heeft in zijn lange carrière waarschijnlijk meer dreigende films gemaakt, maar laat dat vooral geen reden zijn om “I, Daniel Blake” links te laten liggen. Integendeel.
Gezien op het Filmfestival van Gent (openingsfilm).
- Winnaar van de Gouden Palm op het Filmfestival van Cannes (2016)
- Winnaar van de UBS Publieksprijs op het Filmfestival van Locarno (2016)
- Winnaar van de Publieksprijs op het Filmfestival van San Sebastian (2016)
- Openingsfilm op het Filmfestival van Gent (2016)
- Winnaar van twee British Independent Film Awards (2016) : Beste Acteur (Dave Johns) en Beste Belofte (Hayley Squires)
- Winnaar van de BAFTA voor beste Britse film (2017)
- Winnaar van de César voor Beste Buitenlandse film (2017)