In dit merkwaardige rariteitenkabinet is de 28-jarige Gösta de stabiele factor. Vers afgestudeerd als kinderpsycholoog neemt hij een invalbaantje aan in een klein Zweeds plattelandsstadje. Ondanks zijn onorthodoxe werkwijze is het contact met zijn cliënten goed, aan het thuisfront daarentegen verlopen de zaken beduidend minder soepel. Hij moet koken voor zijn depressieve Syrische huisgenoot Hussein, zijn vriendin Melissa eist voortdurend zijn aandacht op en tot overmaat van ramp staat zijn manische vader Tomas plots voor de deur.
Gösta probeert altijd voor iedereen klaar te staan, al is dat niet altijd even makkelijk.