Als Belle van Zuylen (Will van Kralingen) in 1787 in Parijs verblijft om de benauwende omgeving van haar echtgenoot De Charri?re te ontvluchten, ontmoet ze daar de veel jongere Benjamin Constant. Er ontstaat een heftige vriendschap tusen hen, die echter abrupt afgebroken wordt doordat Benjamin Constant, op de vlucht voor schuldeisers en voor zijn vader, naar Engeland vertrekt. Teleurgesteld gaat Belle terug naar Zwitserland. Maanden later staat daar plotseling Benjamin Constant voor de deur. Om te herstellen van een ziekte brengt hij een langere periode in het huis van de Charribres door. Belle is zeer gelukkig met zijn aanwezigheid. Maar Benjamins vader stelt alles in het werk om aan zijn verblijf een einde te maken. Uiteindelijk vertrekt Benjamin om aan het hof van Brunswijk de funktie van kamerheer te bekleden. De vrienschap tussen Belle en Benjamin zet zich noodgedwongen per brief voort. Er breekt een moeizame tijd aan als Belle's dienstmeisje Henri?tte zwagner blijkt te zijn zonder te willen zeggen wie de vader is. Belle verdedigt haar en weet te voorkomen dat Henri?tte verbannen wordt. Ondanks allerlei plannen om zich voorgoed bij haar in de buurt te vestigen, lukt het Benjamin niet om langs te komen. Belle raakt steeds meer gedeprimeerd. Op een mooie winteravond staat hij dan toch onverwacht, als in een droom, voor haar. Hij is volwassener geworden. Hun vriendschap verdiept zich, maar niet voor lang. Het lijkt of Benjamin terugschrikt voor de consequenties, en haar ontvlucht. Hoewel hun briefwisseling doorgaat, nemen de verschilen van mening toe. Er komt een einde aan zijn vriendschap met Belle als Benjamin kennis maakt met Germaine de Stael. Hij kiest voor een nieuw leven, een politieke carrière in Parijs, samen met Germaine. Belle blijft achter in Zwitserland. Maar ze gaat door met schrijven.