Where to Invade Next

Bijna zeer goed
Where to Invade Next
2015
08/06/2016
langspeelfilm
120 minuten
documentaire
komedie

verdeler

K.F.D. K.F.D.

acteur/actrice (2)

Krista Kiuru
Tom Walker

zichzelf (1)

Michael Moore Michael Moore

regisseur (1)

Michael Moore Michael Moore

producent (2)

Tia Lessin
Carl Deal

director of photography (2)

Richard Rowley
Jayme Roy

uitvoerend producent (3)

Mark Shapiro
Will Staeger
Rob Birleson

beeldmonteur (3)

Pablo Proenza
T. Woody Richman
Tyler H. Walk
Where to Invade Next

Groen gras.  Maar dan wel écht groen gras.  Een kortere synthese is niet te maken na het zien van “Where to Invade Next”, de nieuwste documentaire van Michael Moore.  Aan de ene kant : écht groen gras.  Aan de andere kant : één grote, schrale vlakte zonder kleur of dan toch in elk geval van een tint die er mee vergelijkbaar is.  Het gras is altijd groener aan de overkant.  Amerika.  Europa.  De bedoeling van de filmmaker om de grote plas eens over te steken is om de goede dingen te gaan opzoeken, de ideeën te gaan stelen die ervoor zorgen dat het in Europa beter toeven is dan in de States.  Om de misleidende titel wat te duiden steekt acteur/regisseur Michael Moore van wal met een opening waarin hij het – enkel in gedachten – nu eens zelf mag zeggen aan de militaire bevelhebbers hoe ze het béter kunnen doen.  Een variante van het binnenvallen in Irak op zoek naar de ‘Weapons of mass destruction’ dus.  Eigenlijk eens gaan piepen aan de spreekwoordelijke en meteen geografische overkant en er het beste van meenemen naar huis.  Gewapend met de Amerikaanse vlag, die er steevast op elke bezochte locatie wordt achtergelaten.  Moore hield zich hierbij drie regels voor ogen : er wordt niemand neergeschoten, we nemen geen olie af én we komen naar huis met iets wat we zelf kunnen gebruiken of in de praktijk omzetten.

Moore strijkt eerst neer in Italië.  En komt er tot de vaststelling dat het land meer is dan alleen zon en cultuur.  Italië is ook het land van de vakantie.  Eh… betaalde vakantie.  Het bezochte koppel in de film moet wel één van de gelukkigste van het schiereiland zijn, zeker als het op bezoldigde niet-werkdagen aankomt.  Het is allemaal nieuw voor Moore die wat op hem afkomt met de gekende blik van verbazing nog iets dikker in de verf zet (hij beweert trouwens zelf dat dit niet gespeeld of geacteerd is en hij sommige dingen echt zelf voor de eerste keer hoorde).  Na de kant van de werknemers te hebben gehoord gaat hij het onwaarschijnlijke verhaal ook even aftoetsen aan de zijde van de werkgevers.  En ja hoor, ook daar is men overtuigd van de stelling dat de tevredenheid en dus ook de mogelijkheid tot rust en ontspanning van het personeel cruciaal is.  Ook bij Ducati.  Allemaal gelukkige, uitgeruste mensen hier want naast de jaarlijkse, betaalde vakantie is er nog meer.  Er is moederschapsverlof, ouderschapsverlof, zelfs een soort van huwelijksverlof.  En ga zo maar door.  Betaald.  Ok.  Idee nummer 1 om mee te nemen naar de Verenigde Staten.

Moore zet zijn tocht door Europa verder en strijkt ook neer in Duitsland.  En leert dat niet iedereen superlange werkdagen hoeft te kloppen voor zijn basisloon.  Er is tijd – veel tijd – en ruimte voor ontspanning na het werk.  Mensen die véél gelukkiger zijn dan Moore’s volk.  En dus weer iets om mee te nemen.

Frankrijk.  Hm… jammie, lekker en gezond eten daar op de scholen.  Cola ?  Nee hoor, water.  Hamburgers ?  Nope, gezonde voeding op het bord.  Elke dag.  Gevarieerd.  Bereid door iemand die zijn eerste hamburger nog moet eten en de gezondheid van de kindjes vooropstelt met dit soort van overtuiging.  Moore neemt plaats aan tafel en confronteert de ‘kids’ met wat men in zijn land op het bord krijgt.  Jakkes. 

Where to Invade Next

Aanvankelijk is er in “Where To Invade Next” voor ons, Belgen, maar weining nieuws onder de zon.  Maar dan komt Portugal aan de beurt.  En Noorwegen.  Ijsland ook.  En liggen de standpunten niet alleen heel ver uit elkaar met die van Amerika, ook ons systeem is op veel vlakken verschillend van de manier waarmee de vermelde landen met gevangenen of druggebruikers omgaan bijvoorbeeld.  Het zijn bijzondere uitersten die je toch wel wat moet relativeren, de waarheid zal wel ergens in het midden liggen.  Iedereen opsluiten zoals men – is kort de bocht, I know – in de VS doet is niet de oplossing.  Ook dat werkt niet.  Want op veel vlakken ligt de criminaliteit er nog altijd veel, veel hoger dan in de meeste Europese landen.  In lessen Belgisch strafrecht wordt bij het bespreken van het gegeven ‘straf’ uitgelegd wat precies de bedoeling is hiervan.  Die moet zorgen voor ontrading, bewerkstelligen dat men iets NIET doet om niet gestraft te worden.  En dus werkt de Belgische aanpak zéker niet.  Wie de krant openslaat en de uitgesproken straffen aftoetst aan de gepleegde en bewezen misdrijven die er aan voorafgingen ziet geen enkele reden om iets in de toekomst niét (meer) te doen, het lijkt soms zelfs een extra duwtje in de rug aan mensen met enig crimineel bloed in de aderen om de weg van de delinquentie in te slaan in deze econmisch barre tijden.

Wanneer Noorwegen aan de beurt is heeft Moore al het antwoord klaar op de onvermijdelijke bedenking van de kijker dat hun aanpak ook niet echt loont, gelet op de massamoord van 2011.  Maar veel verder komt Moore niet dan een interview met een nabestaande van één van de slachtoffers en een bezoek aan een eerder gesloten strafinrichting.  En het geeft hem ook de gelegenheid om een brugje te slaan met de doodstraf, iets wat nog steeds niet volledig uitgeroeid is in zijn land.  Dat hij de massamoordende psychopaat in kwestie even kort in beeld laat komen kunnen we de filmmaker maar moeilijk vergeven.

Ook studeren en de kosten daarvan passeren de revue.  Finland weet je wel.  De kampioen, de nummer 1 in onderwijs.  En neen hoor, België staat niet tussen het getoonde lijstje met landen waar het (zo goed als) gratis studeren is.  Beleidsmakers ?  Crevits ?  Hallo ?

Sociale zekerheid, ziekenhuisfacturen.  Obama Care mag dan wel een stap in de goede richting geweest zijn, je kan het Amerikaanse systeem nog niet beginnen vergelijken met dat in de betere Europese landen.  En waar België door de besparings-, hervormings- en belastingswoede van deze regering straks ook niet meer toe zal behoren.  Beleidsmakers ?  Maggie ?  Hallo ?

Druggebruikers : idem.  Het mag dan wel plezant zijn in een beginfase, er zijn studies die aangeven dat in veel gevallen de finale afloop of gevolgen van langdurig druggebruik ook niet echt hoopgevend is om het volledig te legaliseren of niet langer te bestraffen (zoals in Portugal) te verantwoorden.  Er zijn niet méér druggebruikers dan wanneer je het wel bestraft is iets waar Moore wil toe komen.

Waar het in begin van de documentaire heel zwart/wit is (verschil VS-Europa) wordt het naarmate de film vordert een stuk vager, wat minder uitgesproken toch, gewoon grijs zelfs.  En Moore bedient zich van meerder kapstokjes onderweg : de Berlijnse muur, de zwarte vlek van het Nazisme in de Duitse geschiedenisboeken, even raakt hij ook maar dan wel heel voorzichtig, de Islam-cultuur aan als hij in Tunesië op pad gaat.  Een minimum aan contrast blijft natuurlijk altijd behouden en Moore geeft ook wel aan dat het hem hier om te doen is.  Dat is meteen één van de redenen waarom hij in het geval van Italië de enorme werkloosheid niet vermeldt, laat staan onder de loep neemt.  “Ik pluk de bloemetjes, niet het onkruid” zegt hij.  Beeldspraak.  Mooi.

Michael Moore is niet alleen ouder geworden, hij is ook voorzichtiger geworden, gematigder ook bij het innemen van zijn standpunten.  Daar waar hij vroeger als een losgeslagen olifant in een porseleinenwinkel tekeer ging (“Bowling for Columbine”, “Fahrenheit 9/11”) blijft er nu een baby-olifantje over in een gelijkaardige winkel, zij het aan een leiband én met een aantal begeleiders die ervoor moeten zorgen dat de gevolgen van de aanwezigheid van het dier in de shop zéér beperkt blijven.  Voor zover die er al zijn eigenlijk.  Niet langer een strijdlustige Michael Moore op ramkoers met één of meer ‘heilige huisjes’ in Amerika dus.  Neen.  Meer rook dan vlammen tegenwoordig.

Maar de stijl is natuurlijk niet veranderd.  Je hebt op geen enkel moment als kijker zin om deze begeleide filmwandeling met Michael Moore te onderbreken voor welke reden dan ook, het blijft boeien, is luchtig en grappig, gevarieerd in beeldvoering én… wat voor hem toch wel belangrijk blijft mogen we aannemen : hij brengt ook zijn (stand)punt over op de kijker.  En geeft bij momenten ook wat duiding over vragen die heel wat mensen zich ook wel eens stellen.  Hoe zit dat met de ‘American Dream’ eigenlijk ?  The land of opportunities waarvan zoveel sprake ?  Het blijkt toch allemaal wat minder aantrekkelijk dan wat Belgische geïnteresseerden in een eventuele migratie richting United States in gedachten hebben of hadden.  Beter op vlak van belastingen misschien ?  Een animatie in de film moet duidelijk maken dat dit ook niet echt een goeie reden kan zijn om te verkassen naar Obama-land.  En.. voor de regering Michel denkt dat men hier al bij al toch nog goed bezig is.  Neen… jullie zijn écht NIET goed bezig heren en dames Ministers.

Where to Invade Next

Dat Michael Moore veel gematigder is dan in de glorietijden van “Bowling” en “9/11” blijkt ook uit het slot.  Wij hoopten stiekem op een laatste stukje docu waarin Moore na zijn terugkeer de beleidsmakers in zijn thuisland opzoekt met een koffer gevuld met Europese ideeën of dat toch op zijn minst probeert, maar dat komt er niet.  In de plaats daarvan wordt al het fraais dat de onderzoekende journalist heeft blootgelegd in de voorbije twee uur in enkele zinnetjes sterk genuanceerd.  En dat is jammer.  En zorgt er natuurlijk wel voor dat Amerika niet helemaal met de billen bloot staat en hun ‘American citizen’ nauwelijks of zelfs helemaal niet verkettert na het maken van deze documentaire.

Maar zelfs dit minpuntje doet nauwelijks afbreuk aan het finale Filmfreak drie en een half sterren-verdict : “Where to Invade Next” is een must-see !

Koenraad Adams


Synopsis

Michael Moore kruipt in de rol van ‘bezetter’ en bezoekt verschillende Europese landen, zoals Finland, Italië en Frankrijk. Hij vraagt zich af hoe deze landen omspringen met sociale en economische problemen en of de VS daar nog wat van kunnen leren.
Wat blijkt? De oplossingen voor de meest diepgewortelde problemen in Amerika bestaan al, ze hoeven alleen nog maar overgenomen te worden.