Revolution

acteur/actrice (6)


regisseur (1)
producent (1)

uitvoerend producent (1)
scenarist (1)
Revolutie zal het ook geweest zijn bij de Britse productiemaatschappij Goldcrest. Die investeerden onder supervisie van producent Irwin Winkler ruim 28 miljoen dollar in wat een toonaangevend historisch epos moest zijn, om hun investering vervolgens finaal te zien kelderen. In Amerika bracht de film nog niet eens een half miljoen op. Du jamais vu voor een project van dit kaliber.
Met Revolution had de Britse cinema meteen ook hun Heaven’s Gate te pakken. Met die nuance dat Michael Cimino’s superflop her en der nog geboekstaafd staat als misbegrepen meesterwerk, en dat is niet iets dat je snel over Revolution zal lezen, getuige de desastreuze recensies toen de film in de zalen verscheen. De geprezen recensente Pauline Kael had het zelfs over a certifiably loony picture that’s so bad it puts you in a state of shock.
Neen, een goede film is Revolution geenszins. Het scenario van Robert Dillon meandert maar wat aan en weet nergens een vuist te maken. Tijdens de Amerikaanse Onafhankelijkheidsoorlog (1775 – 1783) worden een bonthandelaar en zijn zoon verplicht ingelijfd in het Amerikaanse leger in de strijd die de naar vrijheid strevende Amerikanen voeren met de Britse bezetter. Echt begeesteren doet hun overlevingsstrijd niet: een tijdens een groot deel van de opnames door een longontsteking geplaagde Al Pacino vindt geen juiste toon om zijn personage interessant te maken, en ook Nastassja Kinski loopt verloren als de om de haverklap opduikende aristocratische revolutionaire die tegelijkertijd als love interest voor Pacino moet dienen. En Donald Sutherland krijgt niet eens de tijd om zijn tanden te zetten in de rol van venijnige Britse bevelhebber, waardoor zijn geschmier vooral als pedant overkomt.
Revolution rijdt zich vast in zijn goede bedoelingen, met het production design als zowat enige saving grace. De film werd zo goed als integraal opgenomen in de oude dokken van een Britse havenstad in Norfolk en in een natuurreservaat in Devon. Of zoals een pragmaticus zou zeggen: ’t zou al erg zijn moest er met dat geld geen goed uitziende film zijn afgeleverd. Een sequentie werd volledig in Noorwegen opgenomen: dit op vraag/eis van een groep mee producerende Noorse tandartsen. Humor.
Hudsons keuze om heel wat scènes op te namen met een handcamera is ook lovenswaardig, alleen komt het effect nauwelijks over omdat de lome narratie een loodzwaar deken vormt. Voor Pacino was de megaflop een ogenopener: hij weigerde vier jaar elke filmrol en trok zich terug in de theaterwereld om dan in 1989 netjes terug te slaan met een bravourevertolking in Sea of Love. Voor regisseur Hugh Hudson was Revolution ook een aderlating na zijn successen met Chariots of Fire en Greystoke: het was meteen het laatste epos waar hij zijn tanden mocht in zetten.
Hudson legde de schuld van het floppen voor een groot deel bij de eis van de studio om de film rond de kerstperiode in de zalen te hebben, waardoor de montage niet was wat ze kon geweest zijn. In 2009 kreeg Hudson de kans om voor de dvd/Blu-rayrelease een revisited director’s cut af te leveren. Die was zo’n tien minuten korter dan de oorspronkelijke biosversie. Opvallendste verschillen: Hudson knipte het door de studio opgelegd happy end weg en voorzag een nieuw opgenomen voice-over van Pacino die oorspronkelijk ook al was voorzien voor de originele versie, maar waarvoor hij van de producenten toen geen toestemming kreeg om die in te lassen.