Een repetitie van een klassiek orkest loopt allesbehalve harmonieus. Gegrepen door een enorme woede sturen de leden van het orkest hun schreeuwende en beledigende dirigent weg. Maar een dreigend en destructief toekomstbeeld doemt op. Bang en gekwetst komt het orkest langzaam weer tot de orde. Onder leiding van de dirigent wordt de repetitie hervat.