Open Water


verdeler

acteur/actrice (7)
regisseur (1)
producent (1)

Een man en vrouw gaan samen op een zonnige strandvakantie, schrijven zich in voor een duikexcursie, worden per ongeluk door de reisleiding achtergelaten op volle zee, en moeten het vervolgens op hun tweetjes zien te overleven in de biotoop van hongerige haaien. Het lijkt een synopsis voor een 'creature feature' die cultgoeroe Jan Verheyen momenteel op z'n fanclub loslaat, maar in feite heeft Open Water dat haaienuithangbord niet nodig om te beklemmen en te beklijven. Want zelfs vooraleer de op de loer liggende Jaws-familieleden hun vinnen laten zien, is dit reeds een vrij angstaanjagende film. En dat zonder dat er ook maar een goor effect te zien is. Heel wat andere koek dus dan Dawn of the Dead, de beste alle remmen los-splatterprent van dit jaar. Open Water probeert meer te zijn dan een volbloed rilprent door er tegelijkertijd ook wat psychologie uit de categorie 'wat zou u doen' tegenaan te gooien.

Regisseur Chris Kentis en zijn echtgenote Laura Lau (producente van de film) schoten deze film spotgoedkoop tijdens hun vakantie op de Bahama's. Hun belangrijkste troeven: een digitale camera en een tweekoppige cast (Daniel Travis en Blanchard Ryan) die bereid was om ruim 120 uur in het koude oceaanwater rond te dobberen. Kentis (zelf een duikfanaat) haalde het idee voor de film uit een duiktijdschrift, schreef een verhaaltje rond het gegeven en draaide zijn film met minimale middelen. De Amerikaanse distributeur Lions Gate kocht de film begin 2003 op het Sundance festival en stuwde Open Water met de nodige hype naar een opbrengst van ruim dertig miljoen dollar. Het openingsshot is een schoolvoorbeeld van goedkope, onafhankelijke hobbycinema: een man in een auto probeert met de gsm een vrouw te bereiken en we zien close-ups van de auto, het gezicht en de telefoon.

Ook al lijkt dat begin nogal saai, de yuppie-personages die Chris Kentis uit zijn tekstverwerker laat rollen krijgen al snel genoeg body (in het geval van Blanchard Ryan is dat zelfs letterlijk te nemen) zodat we met hen mee kunnen leven eens ze moederziel alleen op de oceaan dobberen. De scène waarin ze ontdekken dat hun boot is verdwenen en zij denken dat alles wel goed zal komen is sterk. Als kijker heb je algauw iets van 'blijf daar niet zo talmen, ga hulp zoeken', tot wanneer het besef komt dat hulp zoeken niet zo evident is. Kun je in een bos of tussen de bergen nog verder wandelen, proberen bellen of ergens aankloppen… in het koude water is dat om begrijpelijke reden iets minder voor de hand liggend.
Kentis gebruikte geen rubberen of mechanische haaien voor zijn film. Elk dier dat je ziet is echt. De cineast stond veilig in een ijzeren kooi (herinner je de kooi die Richard Dreyfuss gebruikte in Jaws), de cast kon enkel maar toezien hoe de haaien tegelijkertijd werden gelokt en op afstand gehouden met aas. Ambachtelijke cinema in dit digitale tijdperk, het kan nog. En het leidt zelfs naar pittige scènes: er is een haaiensplash die zo onverwacht komt dat iedereen gewoon uit zijn zitje moet springen. En de scène waarin er iets onzichtbaars aan de dobberende benen knabbelt is ook een instant klassiek rilmoment. Tof filmpje zonder deus ex machina.
20-08-2004 | Plaats 5 | $ 11.413.017 |
27-08-2004 | Plaats 8 | $ 4.759.727 |