Mamma Mia! Here We Go Again
verdeler
acteur/actrice (15)
regisseur (1)
producent (2)
uitvoerend producent (7)
scenarist (1)
Er zit meer in een ABBA-liedje dan je denkt. Scandinavische discopop mag het zijn, maar de heren Ulvaes en Andersson weten tussen het olifantenpijpengeglitter door treffend te mijmeren over verloren liefdes en even treffend te schreeuwen over gewonnen liefdes. Raar maar waar: beide uitersten raken elkaar op het kruispunt van de vliedende tijd in de “Mamma Mia!” sequel “Here We Go Again”. Regisseur Ol Parker slaagt er op gepaste tijden treffend in het bronmateriaal te eren tussen de platte kitsch door. Vier keer treffend in een paragraaf: wat zou de stijlpolitie daarvan zeggen?
Niets dus. Dat er een opvolger kwam op de uit 2008 stammende verfilming van de in 1999 voor het eerst opgevoerde jukeboxmusical “Mamma Mia!” hoeft niet te verwonderen. Zowel die musical als de film sloegen wereldwijd aan, en aan het instituut ABBA valt nog steeds niet te tornen. “Here We Go Again” dus, en om de dunne verhaalkapstok enigszins wat substantie mee te geven kozen Parker en coscenaristen Catherine Johnson - schrijfster van de originele musical - en Richard Curtis ervoor om twee verhalen met elkaar te vermengen in een sequel-prequelstructuur.
In de sequel staat Sophie Sheridan (Amanda Seyfried) centraal. Vastbesloten is zij om haar overleden moeder Donna (Meryl Streep) te eren door diens droom - het openen van een hotel op het Griekse eiland Kalokairi - te verwezenlijken. Narratief hierin vervlochten: de jonge jaren van Donna (vertolkt door een heel wulps huppelende Lily James) met daarin aandacht voor de ontmoetingen met haar drie beaus (Jeremy Irvine, Hugh Skinner en Josh Dylan) en haar aankomst op Kalokairi. Een plot die er nauwelijks toe doet: de krochten en bochten zijn er enkel maar om een scheepslading hits van ABBA aan elkaar te lassen en de cast zoveel mogelijk los te laten gehen. Dat de meeste hier geserveerde liedekijns nog niet te horen waren in de eerste “Mamma Mia!” zegt veel over de eeuwigheidswaarde van de Zweedse hitmachine.
Af en toe haalt die aanstekelijkheid zowaar zijn slag thuis. Maar zeker niet altijd: de tableaus die Parker uit de camera schudt zijn vaak iets te enthousiast opgepompt voor hun eigen goed. Ja, er bestaat zoiets als te enthousiast zijn. Bovendien heeft Seyfried de pech dat James veel beter acteert, waardoor het eigenlijk pas aan het eind is dat Seyfrieds verhaallijn een beetje relevantie krijgt. Al staat dat dat eind vooral in het teken van een kitschexplosie die tot in het meest zuidelijke punt van Borneo waarneembaar is: Pierce Brosnan, Stellan Skarsgard, Colin Firth en co die zich ongegeneerd in het zang- en dansgewoel storten en daarbij nog zotter doen dan in de eerste film … ’t is een horlepiepglimlach of zeven waard. En dan is er ook nog een kakelende Cher die in het laatste kwartier divagewijs haar rentree maakt op het grote witte doek met Botoxwangen als eieren zo groot. U weze “do you hear the drums” gewaarschuwd.
Voor de hand liggende cynische kanttekeningen of niet, feit is dat “Mamma Mia!: Here We Go Again” binnen het feelgoodgenre geen al te slechte beurt maakt. En eigenlijk een betere film is dan de voorganger. De kans dat Richard Curtis (“Blackadder”, “Mr. Bean”, “Four Weddings And A Funeral”, “Love Actually”) daar voor een paar kwinkslagen tussen zit is heel groot. Fans van foute kitsch weten bij deze waarheen. De anderen eigenlijk ook.
20-07-2018 | Plaats 2 | $ 34.952.180 |
27-07-2018 | Plaats 2 | $ 15.100.095 |
03-08-2018 | Plaats 4 | $ 9.003.030 |
10-08-2018 | Plaats 7 | $ 5.861.715 |
17-08-2018 | Plaats 10 | $ 3.385.000 |