Niets is vervelender dan jeans verkopen aan klanten die onveranderlijk vragen of ze niet krimpen in de was. Wanneer op een dag zijn baas een kind afranselt dat betrapt werd op het stelen van een paar laarzen, doet dit de deur dicht voor Gérard. Wat kan hij doen ? Hij heeft een idee... Hij houdt van kinderen, heeft de nodige diploma's, waarom zou hij geen onderwijzer worden ? De vervangleraar is zoals zijn leerlingen : hij leert al doende. De directeur heeft hem gezegd te improviseren en dat is het dan ook want hij doet in een klas die niet beter noch slechter is dan een andere. Dag na dag bindt Gérard de strijd aan, vol naïviteit, maar vol vertrouwen, geconfronteerd met een soms zeer rumoerige bende kinderen. Het is een heel nieuw universum dat zich voor hem openbaart en Gérard staat versteld van deze gekke, gekke wereld, waarin de kinderen elk antwoord beginnen met volgens mijn vader... en waar het door circulaires zo benadrukte ontwaken van het kind, steeds een onverwachte wending neemt.