If Beale Street Could Talk
verdeler
acteur/actrice (12)
regisseur (1)
producent (5)
uitvoerend producent (7)
director of photography (1)
scenarist (1)
beeldmonteur (2)
productieontwerper (1)
kostuumontwerper (1)
Na een fiks aantal jaar ploeteren in de (kortfilm)marge zette cineast Barry Jenkins zichzelf in 2016 resoluut op de kaart met “Moonlight”, een praatdrama dat vriend, vijand en de volledige (Amerikaanse) filmindustrie verbaasde. Het ingetogen en in drie stadia onderverdeeld coming of age-portret over de zoektocht van een zwarte homofiele jongeman naar zijn identiteit kwam zonder al teveel poeha in de zalen, vond wereldwijd een publiek en werd bedolven onder een prijzenregen, inclusief Oscar voor beste film. Een succesvolle film succesvol opvolgen is vaak een uitdaging, maar Jenkins is alvast niet uitgeschoven. “If Beale Street Could Talk” blijft zichtbaar het werk van een cineast met een eigen stijl en thematiek, en laat zich zelfs toegankelijker bekijken dan het bij vlagen heel hermetische “Moonlight”.
“If Beale Street Could Talk” is de verfilming van een uit 1974 stammende roman van James Baldwin, een van de meest vooraanstaande stemmen ooit uit de Afro-Amerikaanse literatuur. De in 1987 overleden Baldwin stond in het jaar van Moonlight eveneens op het voorplan in Raoul Pecks documentaire “I Am Not Your Negro”, met Baldwins kijk op racisme in de Verenigde Staten als leidraad. In “Beale Street” gaat het ook over racisme en maatschappelijke onderdrukking, maar het is in de eerste plaats een stevig romantisch drama dat tijd, ruimte en huidskleur overschrijdt.
Harlem, begin jaren zeventig. Het is dikke mik en grote liefde tussen Tish (KiKi Layne) en Fonny (Stephan James). De twee kennen elkaar al van toen ze kleuter waren, maar de coup de foudre-vonk komt er pas echt wanneer ze allebei op de drempel van de volwassenheid staan. Zij werkt als parfumdame in een supermarkt, hij probeert zijn ambitie van houtbewerker waar te maken. Elkaar trouw belovend in goede en kwade dagen vinden ze een loft van waaruit ze aan hun toekomst kunnen bouwen. En dan slaat het noodlot toe. Fonny wordt er door een Puertoricaanse vrouw valselijk van beschuldigd haar te hebben verkracht, en Fonny verdwijnt achter de tralies. De zwangere Tish probeert haar toekomstige echtgenoot en vader van haar nog ongeboren kind tegen het rechtssysteem in uit de cel te krijgen met de hulp van haar familie en een blanke advocaat.
Jenkins houdt zich niet in om het raciale onrecht met de vinger te wijzen. Het latente en openlijke racisme is immers een dagelijks feit in het leven van de personages en hun gemeenschap. Baldwin voelde dat anno 1974 goed aan, en de brug naar vandaag is snel gelegd. Jenkins leunt op sommige momenten heel dicht aan bij de joints van Spike Lee met zijn historisch relevante vuist op de tafel en omnipresente soundtrack. Net als Lee tempert Jenkins de woede met fijnfilmische poëzie, en hij voegt er op zijn beurt een zinderende brok schone romantiek aan toe.
De scherpe vertolkingen dragen bij aan de chemie: de nog relatief onbekende Layne en James hebben chemie op overschot, en ook aan de bijrollen valt niet veel op te merken. Al gaat daar Regina King met de meeste aandacht lopen als Tish’s moeder die hemel en aarde wil bewegen om haar toekomstige schoonzoon te herenigen met haar dochter. Jenkins‘ keuze om Baldwins roman in (duidelijk afgebakende) niet-chronologische narratiebrokken te gieten helpt trouwens ook om de plot alert en urgent te houden. Vertelhaast heeft Jenkins niet: hij neemt bewust zijn tijd om de dialogen te laten meanderen vooraleer je op gepaste tijden resoluut bij het nekvel te nemen. “If Beale Street Could Talk” werkt zowel als tijdscapsule, familieportret als romantisch drama. Dat Jenkins zijn hand niet overspeelt, zegt veel over het meesterschap waarmee hij alles dirigeert.
Genomineerd voor 3 Golden Globes (2018) :
- Beste film (drama)
- Beste vrouwelijke bijrol – Regina King
- Beste script