Éva leeft in een bubbel. Nee, geen coronabubbel. Éden bewijst dat het nog veel erger kan.  Éva is een vrouw die allergisch is aan zowat alles: bepaalde chemicaliën, elektromagnetische stralingen, luchtvervuiling ... Er zit niets anders op dan als kluizenaar te leven. Wetenschappers - zowel biomedici als psychiaters - zien het graag gebeuren, want Éva is het ideale proefkonijn.

Nochtans lijkt er aanvankelijk geen vuiltje aan de lucht. Éva is op weg naar haar werk als ze tijdens de busrit hyperventileert en steken in haar borstkas voelt die haar doen neerzijgen van de pijn. Voor ze het goed en wel beseft, ligt ze totaal afgezonderd in een ziekenhuis waar artsen over elkaar heen buitelen om haar aan testen te onderwerpen. Vanaf dan kan ze de gesteriliseerde ruimte alleen in een astronautenpak verlaten. Een farmaceutisch bedrijf, dat al dan niet mee verantwoordelijk is voor Éva's precaire toestand, stuurt een psychiater op haar af. Hij voelt al snel een subtiele druk dat zijn conclusie moet luiden dat Éva's hypergevoeligheid uitsluitend een geestelijk probleem is. De levens van de vrouw en psychiater András raken sterker met elkaar verweven dan ze aanvankelijk gedacht of gewenst hadden.