De Zevende Hemel
regisseur (1)
Humor & komedies zijn relatieve begrippen. Wat voor de één het summum van dijengeklets en slap gelach kan zijn, kan voor een ander paar lachspieren evenveel effect hebben als een slappe schotelvod op de vettige restanten van een degelijke schranspartij. Helemaal gevaarlijk wordt het pas wanneer er nog een Vlaams aspect aan de laat-ons-even-gaan-lachen verwachting komt vast te zitten.
Dan komt bv. het Urbanuseffect op de proppen. De eerste twee prenten (Hector & Koko Flanel) van de succesvolle komiek waren goed voor gigantische Vlaamse volksverhuizingen richtingen bioscoop. Aan de verhaaltjes lag het zeker niet, want laat een onbekende Amerikaanse komiek met enig potentieel achtereenvolgens een achtergelaten weeskind in een bakkerij of een nestkastjesverkoper interpreteren, en er komt geen kat op af, zelfs niet op de nestkastjes.
Terend op dat Urbanuseffect zal 's mans nieuwste relatief begrip ongetwijfeld op de nodige bijval kunnen rekenen. Voor de derde keer interpreteert Urbanus een sukkelaartjesrol, al ligt er deze keer een herkenbaarder, maatschappelijk aspect aan het uitgangspunt.
Samuel (Urbanus) zit zonder werk, ziet de relatie met zijn lief voor zijn ogen aftakelen, en kijkt nogal pessimistisch tegen het leven van alledag aan. Na een nieuwe lading mislukkingen over zijn hoofd uitgestrooid gekregen te hebben, besluit hij zelfmoord te plegen. Dat plannetje gaat echter niet door, wanneer zijn bovenbuurvrouw Charlyne (Renée Soutendijk) er ook een eind wil aan maken, en haar noodlotsactie roet in zijn overdosis pillen gooit. In een vlaag van opwellende verbijstering redt Samuel Charlyne, en hij doet haar geloven dat hij een engelbewaarder is die op aarde vertoeft om haar te komen redden. Hij troont haar mee op een trektocht naar het platteland, waar ze zogezegd mag nadenken over haar leven in een engelbewaarder waardig zijnde omgeving. Samuel wil haar echter alleen maar verleiden, en al gauw zit het avontuurlijke koppel verzand in een afgelegen hotel. En wat er dan gebeurt moet u zelf maar komen uitzoeken...
De Zevende Hemel werd geregisseerd en geschreven door een Fransman, het boegbeeld is uiteraard Vlaams, de entourage overwegend Nederlands, de muziek steunt zowaar op Amerikaanse roots, en de humor lijkt wel uit een soort niemandsland afkomstig te zijn.
Houden Urbanus' één lijners het geheel aanvankelijk nog overeind, het nogal geforceerde verhaalkarakter katapulteert het hemelse op meer dan zeven maal zeven steenworpen buiten bereik. Als dit de grappigheidsfactor voorstelt die gehandhaafd wordt in De Zevende Hemel, dan zal ik al heel tevreden zijn wanneer ik later in de enige echte hemel terecht kom. En 'later' mag je in deze context gerust interpreteren in de verafst mogelijk zijnde betekenis. Mijn engelbewaarder kan u dit, mits eenvoudig verzoek, persoonlijk komen beamen.