Close
verdeler
acteur/actrice (8)
regisseur (1)
producent (2)
director of photography (1)
scenarist (2)
beeldmonteur (1)
componist (2)
Over een spiegelfilm gesproken … Close leunt bijna als een reflectie aan bij Lukas Dhonts debuutfilm Girl uit 2018. Thematische eenheid, quasi dezelfde speelduur, dezelfde ingetogen en observerende regiestijl, andermaal een hoofdrol die door een debutant wordt vertolkt, opnieuw prijsbeest in Cannes, opnieuw voorgedragen als de Belgische inzending voor de Oscars en opnieuw openingsfilm op Film Fest Gent … frappant is het wis en waarachtig. Zeker omdat deze film met de titel Boy ook steek zou houden.
Een groot verschil zit in de tint: Girl trok het blauw van de affiche door in de kleurschakeringen van de grootstad, Close trekt het rood van de affiche in de plattelands- en huiskamerbeelden open als duokleur voor geel en vormt zo een coloriet dat zowel de zomer als de herfst symboliseert. Omdat het oog ook wat wil – en omdat Dhont er ook de innerlijke gevoelens van zijn personages mee omkadert – oogt de zomerzon hier af en toe zo warm dat korenaren, klaprozen en koolwitjes er een collectief orgasme kunnen door krijgen. Misschien zelfs gelijktijdig. Al is het lang niet allemaal peis en vree, want net als in Girl ligt ook in Close tragiek op vinkenslag. Meer zelfs: tragiek is de saus die alles samenbindt. Hier zowel in het leven van het jeugdige hoofdpersonage als in dat van de volwassenen om hem heen.
Op het voorplan staat de dertienjarige Léo (de debuterende Eden Dambrine) die heel dik bevriend is met leeftijdsgenoot Rémi (Gustav de Waele, ook al in zijn eerste filmrol). Beide vullen hun levensseizoenen ravottend met elkaar, helpen bij de bloemenoogst, logeren veel bij elkaar en zijn dus de beste vri’nden die je maar kan vinden. Zo best dat je je de vraag kan stellen of beide jongens bij het begin van hun puberteit geen homoseksuele gevoelens voor elkaar aan het ontwikkelen zijn. Een vraag die Dhont en coscenarist Angelo Tijssens niet expliciet met woorden stellen maar wel met beelden, door hen onder meer heel intiem en smachtend door het zonlicht te filteren. De vraag of beide jongens een romantisch koppel zijn wordt eenmaal uitgesproken: door klasgenoten op hun nieuwe school die hun dikke en dichte vriendschap toch wel wat verdacht vinden. De vraag is voor Léo alvast reden genoeg om zijn gedrag naar Rémi toe een bocht te laten maken: niet van 360 graden, maar het scheelt niet veel. Léo begint Rémi bewust uit de weg te gaan, zoekt steeds vaker het gezelschap van de stoere jongens op en gaat zelfs ijshockey spelen. En dat leidt naar een drama waarbij Léo vervolgens met zichzelf in de knoop komt te zitten, niet wetend hoe hij alles een plaats kan geven in een lichaam dat zichzelf ook mentaal nog volop aan het ontwikkelen is.
Net zoals Girl gaat Close de grote gebaren uit de weg: Dhont laat als gids genoeg ruimte aan de welwillende kijker om wenken, blikken en stiltes zelf te interpreteren. Wat van Close een film met een hoge gevoelswaarde maakt die vooral liefhebbers van intimistische cinema zal weten te bekoren. Dhont blijft stevig voortborduren op de cinema van Luc en Jean-Pierre Dardenne waarmee deze film ook nog Emilie Dequenne deelt: in 1999 debuteerde zij op haar achttiende in hun Rosetta, hier vertolkt ze op een doorleefde manier de moeder van Rémi.
Uitschuifvrij is Close niet: enerzijds omdat het scenario in het tweede deel gaandeweg wat repetitieve rondjes begint te draaien, en vooral omdat er tijdens het slotakkoord een faux thriller moment de kop opsteekt dat het realistische aspect even naar het zijvak stuurt. Gelukkig is dat nodeloze spanningsmoment niet het eindshot. Want daarin – waarin op weg naar wat nog moet komen wordt omgekeken naar wat was – zit dan wel weer de breekbare essentie van de film vervat.
Openingsfilm op Film Fest Gent.