Carmen Jones

Bijna zeer goed
Carmen Jones
1954
langspeelfilm
103 minuten
drama
musical

genomineerd
genomineerd

acteur/actrice (10)

Dorothy Dandridge Dorothy Dandridge →  Carmen
Harry Belafonte Harry Belafonte → Joe
Olga James
Pearl Bailey
Joe Adams
Roy Glenn
Diahann Carroll
Brock Peters
Roy Glenn
Nick Stewart

regisseur (1)

producent (1)

director of photography (1)

scenarist (1)

Harry Kleiner

beeldmonteur (1)

artdirector (1)

Edward L. Ilou

kostuumontwerper (1)

Origineel is het wel: een geüpdatete versie van George Bizets opera Carmen naar het Amerika tijdens de tweede wereldoorlog in een volledig Afro-Amerikaanse setting. Een boud plan, waar componist en liedjesschrijver Oscar Hammerstein II vlot mee wegkwam.

Zijn Carmen Jones ging in 1943 op Broadway in première en volgde vrij trouw de plot van Bizets opera uit 1875 die eerder al de mosterd haalde bij Prosper Mérimées kortverhaal uit 1845. Dat kortverhaal speelde zich volledig af in de Spaanse zigeunergemeenschap, Bizet situeerde zijn gecontesteerde opera in Sevilla rond 1820 en Hammerstein veramerikaniseerde het geheel. De opera-aanpak zorgt soms voor potsierlijke scènes in een omgeving die nogal vloekt met die libretto’s, maar op andere momenten valt alles hoog entertainend op de juiste plaats.

Soldaat Joe (José in de opera) geraakt helemaal in de ban van de vrijgevochten Carmen die hem opvrijt en de hare maakt, zelfs al was Joe van plan om te huwen met de veel bravere Cindy Lou. Zelfs wanneer Joe in de gevangenis terechtkomt – gedeeltelijk door Carmens schuld – blijft de hete brok op hem wachten. Tot ze uiteindelijk tot de conclusie komt dat ze toch niet in een monogame relatie wil belanden, Joe dumpt en van het mooie leven gaat proeven aan de zijde van topbokser Husky Miller (toreador Escamillo in de opera). En dat leidt naar een tragische conclusie die Hammerstein in zijn Broadwayadaptatie bewaart.

Otto Preminger zag zijn filmadaptatie niet zozeer als een traditionele musical, maar eerder als een drama waarin muziek een voorname rol speelt. Hij huurde scenarist Harry Kleiner in om het script prozaïsch uit te breiden met respect voor het bronmateriaal, en zich dus niet enkel te concentreren op de muzikale versies van Bizet en Hammerstein. Omdat Preminger vermoedde dat geen enkele studio zou willen investeren in een film waarin enkel maar Afro-Amerikanen te zien waren, besloot hij om de film onafhankelijk te produceren. Stiekem hoopte hij wel dat United Artists zou toehappen, omdat ze eerder al zijn controversiële The Moon Is Blue hadden gefinancierd. Maar United Artists sprong ditmaal niet op de kar omdat ze dachten dat de film geen commercieel succes zou worden. Fox vertoonde zich wel akkoord om Preminger financieel te ondersteunen, en dat had Preminger niet verwacht daar hij nog maar net zijn contract met de studio had laten ontbinden. Waardoor het eveneens in 1954 uitgebrachte River Of No Return dus niet Premingers laatste film voor Fox bleek te zijn.

Preminger nam zijn tijd tijdens de preproductiefase, liet het script wat aanpassen naar de wensen van de Motion Picture Production Code-censuur en liet het eveneens goedkeuren door de National Association for the Advancement of Colored People. Preminger was aanvankelijk niet onder de indruk van Dorothy Dandridge. Hij dacht dat ze niet extravagant genoeg was voor de titelrol, en hij zag haar eerder in de rol van Cindy Lou. Waarop Dandridge besloot om tijdens haar auditie extra sexy en verleidelijk uit de hoek te komen. Met succes, want ze kreeg de rol. Omdat Dandridge zelf bleef twijfelen aan haar capaciteiten, ging Preminger zich extra toeleggen op zijn mentorrol. De twee begonnen zelfs een amoureuze relatie met elkaar. De kracht en macht van Hollywood. Ontroerend.

Ook al waren Dandridge en Harry Belafonte – die de rol van Joe kreeg – professionele zangers, toch werden hun zangstemmen gedubd. Dat kwam vooral door de operastukken die ze moesten zingen. Ook andere castleden moesten vrede nemen met een dubbing tijdens de gezongen stukken – wat niet zo ongewoon was in Hollywoodmusicals trouwens. Wat er ook van zij, Carmen Jones is een entertainende en uitbundige film. En het is meteen ook het anonieme filmchoreografiedebuut van Herbert Ross en bevat ook de allereerste door Saul Bass ontworpen filmgeneriek.

Opvallend is dat de film in heel wat landen geen bioscooprelease kreeg. Ook in België kwam de film niet in de zalen. In Frankrijk sloot Carmen Jones in 1955 weliswaar het festival van Cannes af, de film verdween er daarna tot eind 1981 in de kluizen omdat de erfgenamen van Bizet er een copyrightclaim uitvochten met Fox.

Alex De Rouck
Scène uit de film.


Synopsis

Carmen Jones is Oscar Hammersteins adaptatie van Bizets opera Carmen. Het verhaalt wordt getransponeerd naar Amerika en speelt zich af in een zwarte samenleving. Bizet's sigarettenfabriek wordt hier een fabriek waarin parachutes worden gemaakt voor oorlogstijd, de taverne wordt in Hammersteins versie een nachtclub en de stierenvechters worden prijsvechters.

Oscars ® 1955 Beste actrice in een hoofdrol Actress Genomineerd Dorothy Dandridge
Muziek Music (Scoring of a Musical Picture) Genomineerd Herschel Burke Gilbert