Jack Clayton nam als tiener zelf het initiatief om in de filmwereld terecht te komen. Hij schreef een brief aan producent Alexander Korda die positief werd onthaald : Clayton kon aan de slag bij de Denham-studio, zij het in het begin enkel om de thee rond te brengen bij de medewerkers. Op 14-jarige leeftijd kon hij ook al aan de slag bij London Films. Dat waren maar enkele stappen want door zijn gedrevenheid werkte hij zich na verloop van tijd op tot assistent-regisseur. Hierna ging hij aan het werk op de montageafdeling van Warner Brothers.

In de Tweede Wereldoorlog maakte hij deel uit van de RAF maar ook daar zag en kreeg hij een uitweg naar de film : hij werd overgeplaatst naar de filmploeg die instond voor het maken van documentaires. Hij werkte er als cameraman, regisseur, beeldmonteur en werd uiteindelijk zelfs leidinggevend officier van de afdeling.

Toen de oorlog voorbij was werkte hij een tijd samen met regisseur Anthony Asquith maar keerde hierna terug naar Denham als assistent-producer. Hij verleende op die manier zijn medewerking aan films als The Queen of Spades, I Am A Camera en The Story of Esther Costello. Ook Alexander Korda was hem niet vergeten want Clayton kreeg de kans om als production manager te fungeren voor An Ideal Husband. Als associate producer leverde hij ook een bijdrage aan films als Flesh and Blood, Moulin Rouge and Beat the Devil.

In 1956 regisseerde Clayton de kortfilm The Bespoke Overcoat en die viel meermaals in de prijzen. De film werd bekroond op de filmfestivals van Edinburgh en Venetië en kreeg ook een Oscar in de categorie Kortfilm (2 haspels). Hierdoor kreeg Clayton heel wat aanbiedingen. Dat hij een belangrijk en getalenteerd regisseur was bewees zijn Oscar-nominatie voor Room at the Top, meteen zijn langspeelfilm-regiedebuut. De film leidde zelfs tot een heuse trend in Britse films in de richting van rauwe sensualiteit en het onverbloemd behandelen van sociale issues. Tot 1967 stond hij in voor de regie van een aantal minder originele filmproducties.

Na een lange afwezigheid keerde hij in 1974 terug naar de film als regisseur van een herwerkte maar teleurstellende versie van The Great Gatsby van F. Scott Fitzgerald. Hierna duurde het bijna tien jaar voor hij nog een nieuwe opdracht kreeg voor een film.

Jack Clayton trouwde met en scheidde van de actrices Christine Norden en Katherine Kath.